Dit gaat over het vermogen om de auto en de aanhangwagen als één geheel te besturen, met aandacht voor stabiliteit, het maken van bochten en het correct reageren op verkeerssituaties.

Dit benadrukt het belang van het kunnen rijden zonder hulp, met een proactieve benadering van veiligheid en risicobeheersing tijdens het rijden.

Dit verwijst naar het constant scannen van de omgeving, het gebruiken van spiegels en het over de schouder kijken om bewust te zijn van andere weggebruikers en mogelijke gevaren.

De kennis en het correct toepassen van voorrangsregels om veilig interacties met andere verkeersdeelnemers te navigeren.

Dit omvat de vaardigheden en besluitvorming nodig om veilig voorbij te gaan aan andere voertuigen, met inachtneming van snelheid, afstand en zichtbaarheid.

De procedures en technieken voor het veilig invoegen in het verkeer op wegen en snelwegen, evenals het correct en tijdig uitvoegen.

Het navigeren door kruispunten en rotondes met aandacht voor juiste plaatsing, snelheid en voorrang.

Dit zijn manoeuvres zoals parkeren, keren en achteruitrijden, essentieel voor de beheersing van het voertuig in complexe situaties.

Dit benadrukt het belang van empathie en voorzichtigheid in het verkeer, door de veiligheid en het welzijn van alle weggebruikers voorop te stellen.